Klára Würtz: “Ik was een beetje bang voor Van Gogh”

“Ik was als kind een beetje bang voor Van Gogh”, bekent Klára Würtz. De wereldpianiste vertelt met verve over haar kleurrijke jeugd in het grijze, communistische Hongarije. Tijdens de Fluwelen Revolutie verlaat het talent haar vaderland en vestigt ze zich in Amsterdam. “Beethoven, Mozart, Schubert; ik speel ze allemaal. Maar als ik Bartók en Janáček speel, dan ben ik thuis.”

“Mijn vader was kunstschilder”, vertelt pianiste Klára Würtz. “Mijn hele jeugd zat ik naast hem te kijken hoe hij werkte. Ik kopieerde alles wat hij deed, maakte honderden tekeningen en kinderwerkjes van de werken waarmee hij bezig was. Hij leerde me hoe ik een schilderij moet bekijken, wat het mooi maakt en hoe je een goed modern werk maakt. Ik kreeg meer bagage voor kunst mee dan voor muziek. Hij dacht heel lang; dat meisje wordt mijn opvolger.”

Bevoorrechte kinderen

Klára’s leven krijgt echter een hele andere wending. Haar moeders oog valt op een advertentie van het Kinderkoor van de Hongaarse radio en televisie, het zoekt nieuwe leden. “Dat heeft alles voorgoed bepaald. Ik begon met pianospelen en mijn ontwikkelingen op kunstvlak droogden op. Dit koor was voor ons als kinderen een cadeau van het leven. Wij waren de geprivilegieerde kinderen, de kunstenaars van het land. Het was een hele eer dat wij als kleine ambassadeurs het land mochten vertegenwoordigen. Dat wisten we allemaal. Vruchten smaken die je thuis niet had, al die talen en culturen… Die reizen en tournees naar andere landen en werelddelen waren voor ons een waanzinnige ontdekking.”

Lees het interview op de website van de Edesche Concertzaal 》

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s